Het doorquilten van een quilt met applicaties is natuurlijk anders dan een quilt van patchworkblokken.
Met het quiltwerk kun je accenten leggen in de quilt.
En door bepaalde patronen te gebruiken, kun je bepaalde stukken meer of juist minder benadrukken.
Bij applicaties is het allereerst belangrijk om rondom de vormen te quilten.
Als je dat niet doet, valt de applicatie snel weg in het volume van het quiltwerk.
De applicaties komen veel mooier uit en gaan zelfs wat boller staan als je er rondom heen quilt.
En dan?
Je kunt ervoor kiezen om in de applicaties zelf te quilten.
Je kunt accenten leggen net zoals je dat met borduurwerk kunt doen.
In blaadjes kun je bijvoorbeeld nerven quilten, en in bloemen de meeldraden.
Als je verschillende kleuren gebruikt kan dat heel bijzonder worden.
Pas wel op dat je het niet te intensief doet, zodat er nog wel wat volume overblijft waar je dat wilt.
Dan ga je rondom de applicaties quilten.
En daarbij kan ik je alvast één tip geven: Meanderen is altijd goed.
Als je nog niet zoveel patronen kent, of als je gewoon niet weet wat je moet kiezen, kun je altijd meanderen.
Afhankelijk van de grootte van de applicaties kun je het groter of kleiner doen.
Het is een prima achtergrondpatroon, maar misschien een beetje saai om te quilten op den duur.
In traditionele handgemaakte quilts, wordt vaak een raster gequilt.
Uiteraard kan dat ook met de naaimachine.
Zelf houd ik ervan om patronen te quilten die wat meer beweging suggereren.
Dat zorgt voor meer levendigheid.
Ik ben zelf dol op veren dus die verschijnen tegenwoordig te pas en te onpas op mijn quilts.
Maar ook spiralen en paisleys zijn mooi rondom applicaties.
Heb jij een favoriet patroon wat je veel gebruikt rondom applicaties?