Hoe snel moet je naaien als je gaat quilten uit de vrije hand?

Voordat ik meer vertel over hoe snel je moet naaien als je gaat quilten uit de vrije hand, eerst even snel een uitleg over wat quilten uit de vrije hand eigenlijk is. Voor degenen die dit lezen en nog geen quilts gemaakt hebben. Je maakt je quilt altijd van drie lagen: De bovenkant (vaak patchwork), tussenvulling en onderkantstof. Die drie lagen ga je op elkaar naaien zodat ze blijven zitten. Als je het ondertransport uitzet, kun je zelf alle kanten op bewegen en de mooiste patronen maken. Dat noemen we quilten uit de vrije hand.


Regelmatig krijg ik vragen over hoe snel je nou moet naaien. Het antwoord? Dat verschilt. Het ligt er namelijk aan wat voor patroon je aan het naaien bent. Als je aan het meanderen bent, kan het helpen om wat sneller te gaan om mooie bochtjes te krijgen. Als je te langzaam gaat krijg je eerder ongewenste puntjes in het patroon. Maar als je schelpen naait, waarbij je soms over dezelfde lijn terug moet, is het wel zo handig om wat langzamer te gaan om de lijn precies te kunnen volgen. Eén van de dingen die je juist moet leren als je leert quilten uit de vrije hand is wanneer je wat extra gas moet geven en wanneer juist niet. Als je dat leert, worden je steekjes vanzelf mooier en krijg je meer controle bij het naaien.


Het gaat altijd om het evenwicht tussen hoe snel je de naald op en neer laat bewegen (de naaisnelheid) en hoe snel je de stof beweegt. Als je de stof snel beweegt, moet de naald ook sneller en vice versa. Als je steekjes te groot worden moet je óf de naald sneller laten bewegen óf je moet de quilt langzamer bewegen. Als je steken te klein zijn moet je de quilt sneller bewegen of je de naald langzamer laten bewegen.

Reactie plaatsen